TEMPERATUURSOMMEN

Om na te gaan hoe het verband is tussen de temperatuur en de ontwikkeling van de natuur in het voorjaar kan gebruik gemaakt worden van de temperatuursom. Afhankelijk van het fenomeen dat gevolgd wordt, gebruiken we een andere grenswaarde vanwaar we beginnen te tellen. Een temperatuursom vanaf 10°C rekent bv. enkel alle daggemiddelden boven 10 mee.
Soms worden ook koude-uren berekend bv. om het risico op schilbruin bij appel te berekenen.

KOUDE-UREN AARDBEIPLANTEN 2024

VCBT begint alvast de koude-uren te registreren voor de rooi van 2024.

Volgende punten zijn belangrijk voor een goede lange bewaring van aardbeiplanten:

  • De plant moet goed zijn afgehard: ze moet voldoende kou gehad hebben. Je kan de koude-uren volgen op de VCBT-website. Op dit moment zitten we nog lang niet aan de 600 koude-uren.  Voor een goede lange bewaring zijn ongeveer 600 koude-uren nodig.
  • Bewaar de planten tenslotte op –1.8°C. Afhankelijk van hun afharding, kan je koelen met wat koudere lucht. Bij weinig afgeharde planten moet je opletten dat de uitblaaslucht niet té koud is. goed afgeharde planten kunnen wat koudere lucht verdragen.
  • Met andere woorden: meteen na de rooi zorg je best voor een zo snel mogelijke inkoeling naar een planttemperatuur van 0°C, in een koelcel die voldoende capaciteit heeft waardoor de stromende lucht niet te koud hoeft te zijn: uitblaastemperatuur niet kouder dan -2°C.
  • Eens de planten ingekoeld op 0°C kan je ze dieper koelen naar -1.8°C (niet dieper!) door ze te koelen op hun definitieve plek. Ook hier moet je streven naar een uitblaastemperatuur die niet té laag ligt (-2 à -2.2°C).

INSCHATTING SCALD (SCHILBRUIN-) RISICO APPEL 2024

Reeds begin jaren 90 publiceerden Blanpied en Bramlage onderzoek waarin ze aantoonden dat vruchten koude nodig hadden om het risico op schilbruin (superficial scald) in de bewaring te beperken.  Op basis van dit onderzoek zijn modellen opgesteld waarmee we nu het risico op schilbruin in een bepaald seizoen kunnen kunnen opvolgen.

In vroege plukjaren moeten we aandacht hebben voor schilbruin (=scald), vooral op appel. Wanneer we vroeg plukken hebben de vruchten immers nog niet veel koude-uren gehad.  In de bijgaande grafiek zie je het aantal opgebouwde koude-uren per jaar. Hoe hoger, hoe beter. Je moet er ook rekening mee houden dat we het ene jaar vroeger plukten dan het andere en dus op een ander moment in de grafiek stopten.

2024 was nat, maar wel redelijk warm.   Nu, na de pluk zien we dat 2024 een jaar is waarin we weinig risico op scald lopen.

GROEIGRAADDAGEN KANZI 2024: kans op LTB

In een uitgebreid onderzoek voor Pink Lady is aangetoond dat de vruchten die te weinig Groeigraaddagen (GGD’s) hadden meer gevoelig waren voor Lagetemperatuurbederf.  Dezelfde rekensom hebben we nu al een tiental jaar gevolgd voor Kanzi.

We kunnen uit de analyses besluiten dat in jaren dat Kanzi-vruchten bij de oogst 950 à 1000 GGD’s bereiken er weinig risico is op LTB in de bewaring mits correct bewaard.

Voor 2024 hebben we 1000 GGD’s bereikt.

GRAADDAGEN APPEL EN PEER

Toenemende graaddagen (in het Engels Growing degree days of GDD’s) zijn een heuristisch concept in de fenologie. Ze worden o.a. gebruikt om in te schatten wanneer fruit rijp zal zijn. Tenzij extreme omstandigheden zoals droogte of ziekte, groeien planten op een cumulatieve manier die sterk wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur. Groeiende graaddagen houden rekening met aspecten van het lokale weer en geven ons een goede inschatting van het huidige seizoen in vergelijking met vorige jaren.  In de bijgaande figuren staan de Graaddagen voor Conference en Jonagold weergegeven voor dit jaar in vergelijking met de twee vorige jaren.  De grafieken worden zeer regelmatig bijgewerkt.