ONDERZOEK OOGSTDATA

Jaarlijks voorspelt VCBT de plukdata van appel en peer. Er worden landelijke plukdata vrijgegeven en er worden perceelsspecifieke plukdata gegeven op basis van NIR-metingen. We meten in het lab en in de boomgaard.
Voor andere producten bepalen we de rooidata zoals voor aardbeiplanten.

PROJECT “LANDELIJKE PLUKDATA APPEL EN PEER”

Hoe langer je wil bewaren, des te nauwer luistert het pluktijdstip. VCBT bepaalt jaarlijks de landelijke plukdata. Die geven een goede indicatie van de vroegheid/laatheid van een bepaald jaar.  De landelijke plukdata worden meegedeeld via de gebruikelijke kanalen van “Nieuws”, vakpers rond de 20ste augustus.  De individuele percelen van een bedrijf kunnen afwijken van deze datum.  Daarom is het belangrijk om zelf de rijpheid op te volgen van de vruchten.

VCBT reikt de telers daarvoor een aantal handige tools hiervoor aan zoals de perceelsspecifieke NIR-plukdatabepaling of handleidingen om zelf rijpheidstesten te doen.  Vanaf 2022 startten we met niet-destructieve plukdatabepalingen in de boomgaard.

Lees meer over de landelijke plukdata

Naar pagina van plukdata appel en peer

PROJECT “PLUKDATABEPALING IN DE BOOMGAARD MET NIR”

VCBT voorspelt al vele jaren de plukdata voor lange bewaring van tal van appel- en perenrassen. Voor Jonagold, Conference en Kanzi doen we dit zelfs op perceelsniveau, omdat er een groot verschil in plukdatum van éénzelfde cultivar tussen verschillende percelen is. We gebruiken hiervoor NIR-spectroscopie in het lab. Om in de toekomst deze NIR-metingen in de boomgaard te kunnen doen, is het onderzoek uitgebreid met verschillende draagbare NIR-meters.

Het project onderzocht hoe draagbare NIR-spectroscopie kan worden ingezet om per perceel het optimale pluktijdstip voor appels en peren te bepalen. Dit is van groot belang omdat hardfruit slechts eenmaal per jaar in een korte periode geoogst wordt en daarna voor de consument een jaar lang beschikbaar moet blijven. Een correcte oogstplanning is cruciaal om hoge kwaliteit te garanderen, de bewaring zo efficiënt mogelijk te maken en het energieverbruik te beperken. Hierdoor wordt niet alleen de rendabiliteit van het bedrijf versterkt, maar ook de ecologische voetafdruk verkleind.

Wanneer te vroeg wordt geplukt, rijpen vruchten niet goed door en ontstaan er bewaarproblemen. Worden ze te laat geoogst, dan treedt kwaliteitsverlies tijdens de bewaring snel op. Door nauwkeurige metingen met draagbare toestellen in de boomgaard kan de teler beter bepalen welke partijen geschikt zijn voor lange bewaring en welke sneller vermarkt moeten worden. Dit verhoogt de flexibiliteit, beperkt verliezen en maakt het mogelijk om de consument continu fruit van optimale kwaliteit te bieden.

Daarnaast zorgt het veranderende klimaat voor meer variatie in plukmomenten, wat voorspellingen moeilijker maakt. Tot nu toe baseerden telers zich op de gemiddelde adviezen van het VCBT, maar deze zijn vaak te algemeen. Dankzij perceelspecifieke metingen komt nu een veel betrouwbaarder en praktischer hulpmiddel beschikbaar. Op korte termijn leidt dit tot betere oogst- en bewaarbeslissingen, terwijl op langere termijn de digitalisering van de sector verder toeneemt. Verwacht wordt dat steeds meer telers de methode zullen gebruiken, wat bijdraagt aan een duurzame, competitieve en toekomstgerichte fruitteelt.

Lees meer

ROOIDATA AARDBEIPLANTEN

Elk jaar zijn telers om diverse redenen ongeduldig en willen ze hun aardbeiplanten snel, “veilig” in de koelcel brengen.  Toch is  het vaak nog te vroeg om te rooien voor lange bewaring.  De planten moeten voldoende weerstand opgebouwd hebben en zijn soms niet genoeg afgehard om tegen de strenge inkoeltemperatuur van de frigo’s te kunnen.  Ze kunnen die weerstand opbouwen door nog enkele weken op het veld in de kou te blijven staan.

Een ‘afgeharde’ plant kan vlotter en sneller ingekoeld worden, hetgeen de bewaarkwaliteit ten goede komt.  Een dergelijke afharding start bij aardbeiplanten vanaf temperaturen onder 7°C.  Daarom is het belangrijk om na te gaan of de te rooien planten voldoende van dergelijke “koude-uren” hebben gehad.  Voor lange bewaring moeten planten 600 uren onder 7°C gehad hebben.

VCBT volgt die temperatuursommen jaarlijks op en deelt de stand van zaken aan telers mee via “Nieuws”.